zaterdag 31 mei 2025

 VIERING TWEEDE LUSTRUM
28 MEI 2025

Ed Frieser (voorzitter Past Rotarians Parkstad) en Henk-Jan Schipperheijn (voorzitter Federatie)
Ed Frieser (voorzitter Past Rotarians Parkstad) en
Henk-Jan Schipperheijn (voorzitter Federatie). 
Overhandiging certificaat waarop vermeld staat 
dat het bestuur van de Federatie de club Parkstad
feliciteert met het tweede lustrum.

Welkomstwoord Ed Frieser

Beste vrienden, geachte aanwezigen,
Voordat ik een woord zal spreken over de Lustrumviering even een korte mededeling. Het zal u opgevallen zijn dat ons bestuurslid Jasper von Grumbkow en zijn echtgenote Ditte vandaag niet aanwezig zijn. Ik zal daarom op verzoek van Jasper de volgende boodschap overbrengen: “Ditte en ik kunnen er vandaag helaas niet bij zijn, ik ben vandaag jarig en 80 jaar geworden en bovendien is mijn schoonmoeder gisteren 98 jaar geworden. U zult daarom wel begrijpen dat Ditte en ik andere familiaire bezigheden hebben. Ik wens u allen een fijne bijeenkomst t.g.v. het 10-jarig bestaan van onze club. Tot spoedig.”

Ik heb namens allen per e-mail een verjaardagskaart voor Jasper laten bezorgen.
Jammer genoeg moet onze penningmeester Johan Hoekstra verstek laten gaan, als mede enkele andere leden die ik mijn verslag zal zetten.[1]
Dames en heren namens bestuur en leden van Past Rotarians Club Parkstad heet ik u nogmaals van harte welkom. Een bijzonder welkom aan Burgemeester mw. Susanne Scheepers van Simpelveld, burgemeester Wim Dries van Genk, en de voorzitter van de Federatie van Past Rotariansclubs in Nederland, Henk Jan Schipperheijn. 

Zoals gezegd wij vieren vandaag ons tweede lustrum. Onze club bestaat, althans gerekend vanaf onze Charter datum 16 juni 2015, 10 jaar. Nu ja bijna 10 jaar op een paar weken na. Alhoewel, eigenlijk bestaat de club al een paar jaar langer. Voor de meesten onder u zal dit verhaal bekend in de oren klinken. Maar voor de nieuwelingen en gasten onder ons zal dit verhaal onbekend zijn. In april 2013 kwamen nl. de toenmalige initiatiefnemers en nestors in onze club Henk Goei Thè en Jasper von Grumbkow en zo’n 17 Rotary leden waaronder o.a. Wim Vencken, Alphons Spijkers, Jan Maessen, Peter Rothkrantz, Guy Steffens, Johan Hoekstra, en Fred Frumau al een paar jaar informeel bij elkaar.

Zij kenden echter een moeizame start. Het was zo dat Rotary Club Heerlen n.a.v. hun 60-jarige bestaan, de toenmalige voorzitter Henk Goei Thè, de leden van deze Rotary Club vroeg na te denken tijdens een zogenoemde fireside-bijeenkomst over de toekomst van die club, en met name zich te buigen over de vraag hoe RC Heerlen een gemengde club kon worden en hoe te voorkomen dat de club zou verouderen. RC Heerlen was toen een echte herenclub[2]. Zo ontstond er een boeiende maar lastige discussie. Henk, creatief als hij is, vond ook een oplossing. Door de mogelijkheid te creëren van een gemengde Past Rotarians Club, konden zij, die niet alleen lid van een herenclub wilden zijn, ook lid worden van zo’n gemengde PR Club. En zelfs een dubbellidmaatschap aangaan.

En inderdaad, het idee van een gemengde Past Rotarians Club werd steeds serieuzer overwogen. Vooral omdat de traditionele structuur van uitsluitend mannen, waarvan er relatief veel gepensioneerd waren, niet meer voldeed aan de moderne maatschappelijke normen en waarden. De discussies waren echter niet eenvoudig. Veel leden waren gehecht aan de historische tradities van de club, terwijl anderen ook de voordelen van diversiteit en inclusiviteit inzagen.
De initiatiefnemers, Jasper von Grumbkow, Wim Vencken, Alphons Spijkers en Jan Maessen werden als eerste interim-bestuur van de PR-Club “in oprichting”[3] op 7 mei 2013 aangesteld. Ook wel, zoals Henk Goei Thè dat omschreef, de trekkers.

De toen al bestaande PR Club Landgraaf, toen met nog slechts 8 leden, kon zich moeilijk vinden in de naam Past Rotarians Club Parkstad[4]. Er is van alles geprobeerd om partijen op één lijn te krijgen maar dat lukte niet. Uiteindelijk heeft men toen maar besloten ieders eigen gang te gaan. Maar e.e.a. kwam in een stroomversnelling toen oud-Rotary gouverneur en federatievoorzitter, tevens commissaris clubvorming, Andries Bosma, toch nog een PR-Club in het zuiden wilde oprichten voordat hij zou aftreden en zo werd de Federatiedeur opengezet voor het starten van de Past Rotarians Club Parkstad.

En zo geschiede het dat op 16 juni 2015 Andries Bosma ten overstaan van 45 aanwezigen het Charter kon uitreiken aan onze eerste voorzitter Jasper von Grumbkow. En ik mag mij gelukkig prijzen dat Jasper nog steeds in ons bestuur een belangrijke rol vervult als Godfather, en secretaris van onze club en ‘ere-voorzitter” tussen aanhalingstekens[5]. Ook Henk Goei Thè maakt nog steeds deel uit van onze prachtige club.

Het eerste bestuur na de Charter werd gevormd door Jasper von Grumbkow, voorzitter, Fred Frumau, secretaris en Alphons Spijkers, penningmeester. Zo werd de Past Rotarians Club Parkstad de 120ste officiële PR-Club in Zuid-Limburg. Zuid-Limburg telt nu 3 PRC’s: PR-Club Maastricht, PR-Club Maastricht-Jekerdal, en PR-Club Parkstad. Het lidmaatschap als Federatie PR-Club Landgraaf verdween uiteindelijk in 2018. Daarmee verrichtte Andries Bosma zo’n beetje zijn laatste officiële daad, want per 1 juli van dat jaar werd hij als voorzitter opgevolgd door de toen nieuwe Federatievoorzitter Chris Leeuwe. 

Overigens ik vind het leuk te memoreren dat Andries Bosma als Rotary Gouverneur van District 1550 ook mij het Rotary Charter mocht overhandigen toen ik in 2004 de eerste voorzitter werd van de nieuw opgerichte Rotary Club Brunssum - Onderbanken. Heel toevallig!

De PR-Club Parkstad ging van start met aanvankelijk 17 leden en groeide uit tot op dit moment een club met zo’n 42 leden, die elke eerste en derde dinsdag regelmatig bij elkaar komen. Nu al zo’n 12 jaar. We doen het dus eigenlijk nog niet zo slecht. 

Het past mij ook om hier even wat medebestuursleden te bedanken die de Jubileumviering hebben voorbereid. Om te beginnen het huidige bestuurslid Guy Steffens, voor het idee om dit jubileum mede in het teken te zetten van het thema 60-jarige sluiting van de Limburgse mijnen en tevens het contact met de kabinetten van beide burgemeesters verzorgde, en samen met Toon Theunissen de belangrijke programmacommissie vormt, Jasper von Grumbkow, die als secretaris de communicatie met de leden verzorgt, Johan Hoekstra, die het budget in de gaten houdt maar in het verleden bij de oprichting alles notarieel en pro deo in orde heeft gemaakt. Helaas kunnen hij en Patricia er vandaag niet bij zijn. Verder Eke Zijlstra die in overleg met de burgemeesters zijn voorbereiding heeft gedaan om straks de tweespraak te kunnen modereren. Maar in de geschiedenis van deze club hebben nog een paar leden hun steentje bijgedragen. Mijn voorganger als voorzitter en programmacommissaris Gerard Haack en Ruud Hagenouw, die lang bestuurslid zijn geweest.

Helaas zijn in de afgelopen 10 jaren een aantal van onze leden intussen overleden en wil ik even stil staan bij hen die ons ontvallen zijn. In alfabetische volgorde: Paul Brombacher, Hans van den Bongard, Benno Cats, Guus van der Eerden, Martin Fickers, Fred Frumau, Bert Knubben, Jan Maessen, Wil Pécasse, Ghiel Pijpers, Jos Schneiders, Rob Thalen en Paul Franken. 

Ik denk dat het ook gepast is om het team van Henri Beckers, patron van restaurant De Rousch, waar we vanaf begin 2013 bijeenkomen, te bedanken voor hun gastvrijheid en ondersteuning.

Ontstaan PR-Clubs in Nederland
Ik wil nu ook graag kort stilstaan bij het ontstaan van het begrip PRC’s. Tijdens de voorbereidingen voor deze introductie vroeg ik mij af of het bij onze leden bekend is waar de oorsprong van Past-Rotarians eigenlijk ligt. Bij het 75-jarig bestaan van de Federatie van PRC’s in het jaar 2000 werd een jubileumboek uitgegeven. En in dit jubileumboek, het zogeheten “Gele boekje” vond ik een passage over deze oorsprong, die mij wel aansprak, zeker gezien mijn Indisch-Nederlandse afkomst, en in 1949 geboren in Soerabaja, Oost-Java.

En zo lees ik in dit boekje over De Haagse Vereeniging 1. En ik haal aan: “Voor de eerste tekenen van past-Rotarians in Nederland moeten we terug naar de periode van vóór de oorlog…… het ‘gele boekje’, bevatte veel informatie over die periode en we maken daar graag gebruik van. In 1935 waren er in Nederland 25 Rotaryclubs en in voormalig Nederlands-Indië nog eens 14.

Toen enthousiaste Rotarians van clubs in Djokjakarta (1927), Soerabaja (1927), Batavia (1930), Bandoeng (1930), Malang (1930) en Semarang (1930) in vml. Nederlands-Indië na hun pensionering definitief naar Nederland terugkwamen, ontdekten velen van hen dat zij niet meer in aanmerking kwamen voor een lidmaatschap van een Nederlandse Rotaryclub. Zij waren immers gepensioneerd en konden daardoor geen classificatie meer vervullen. En het classificatie-principe was heilig in die dagen. Eén van de teruggekeerden, de gepensioneerde Rotarian B.D.W.J. van Garderen, directeur van de Nillmij, Nederlandsch-Indische Levensverzekering- en Lijfrente-Maatschappij, had wèl weer een werkkring gevonden in Den Haag en de Rotaryclub daar nodigde hem uit om lid te worden. Van Garderen besefte dat het verlies van de Rotary-sfeer voor veel oud-Indiëgangers moeilijk te verteren was. Ze hoorden er niet meer bij. 

Daarom nodigde hij in december 1935 en in de eerste maanden van 1936 alle hem bekende gerepatrieerde oud-Rotarians enkele keren bij hem thuis uit. Tijdens de bijeenkomst van 3 september 1936 stelde oud-Rotarian Ir. L. Asjes voor om de gewaardeerde bijeenkomsten regelmatig te gaan organiseren, om zo een zekere vastigheid te krijgen. Zo ontstond op 3 september 1936 de Algemene Vereeniging van oud-Rotarians te ’s-Gravenhage met 12 leden. “Deze Vereniging van oud-Rotarians werd uiteindelijk door de Federatie van Clubs van Past Rotarians in 1975 opgevolgd.” Einde quote.

Ik vond het wel leuk om dit even te memoreren dat uit het z.g.n. koloniale tijdperk van Nederland ook weer een stukje mooie traditie in Nederland werd geboren.

Limburgse Mijnen
In 2024 hebben we ook stil gestaan bij het besluit tot sluiting van de Limburgse mijnen, inmiddels 60 jaar geleden. Dat was een regeringsbeslissing waar eigenlijk niet omheen kon worden gegaan. Het aardgas deed zijn intrede na de vondst van een gasveld in de buurt van Slochteren dat het op twee na grootste gasveld was, in één groot veld, ter wereld. De kolenmijnen konden toen nog moeilijker concurreren met steenkool uit o.a. Australië en de VS. De mijnen konden uiteindelijk ook niet meer voldoen aan de enorme vraag aan energie in een groeiende economie en de mijnen leden dan ook behoorlijk verlies.

Om u even in het kort een idee te geven hoe zich dat energetisch verhield, de volgende cijfers. Het zwarte goud steenkool werd door de Staatsmijnen, als mede in particuliere mijnen, in Zuid-Limburg eind vijftiger jaren gedolven door zo’n 65.000 ondergrondse en bovengrondse mijnwerkers en vlak voor de sluiting nog steeds door zo’n 30.000 ondergrondse mijnwerkers. Om dit nu energetisch in perspectief te brengen: Wat zij met z’n allen in één jaar produceerden aan energie-equivalenten was net zoveel als de hoeveelheid energie equivalenten dat per dag geproduceerd werd in de vorm van aardgas. En dat laatste door slechts 5 mensen in de controlekamer van de Nederlandse Aardolie Maatschappij, NAM, in Slochteren. Het gas kwam immers door de enorm hoge druk vanzelf uit de grond. Het was dus kraantje open of kraantje dicht al naar gelang de vraag.

Ik mocht zelf 8 jaar lang in Groningen bij de Nederlandse Gasunie in de 70’er jaren meewerken aan de verdere introductie van het aardgas in Nederland. Tot ik in december 1979, door mijn nieuwe baan bij het toenmalige NAVO militair hoofdkwartier AFCENT gevestigd in de voormalige Staatsmijn Hendrik in Brunssum, naar Zuid-Limburg kwam. Zo dadelijk zullen dan ook mevrouw Scheepers en de heer Wim Dries stil staan bij de gevolgen van de sluiting van de mijnen, wat dat voor hun regio heeft betekent. In een tweegesprek onder leiding van ons lid Eke Zijlstra, oud-directeur van het Atrium Medisch Centrum en mede-initiatiefnemer van het Heerlens Mijnmuseum, zullen we ontdekken of dit voor beide regio’s hetzelfde effect heeft gehad of dat er toch verschillen te constateren zijn.

Lustrum
Tot slot nog even dit. Toen ik mijn introductie aan het schrijven was, dacht ik waar komt dat woord ‘lustrum’ eigenlijk vandaan? En na een beetje googelen vond ik al gauw wat de betekenis daarvan was.
Het woord lustrum schijnt afkomstig te zijn van het Latijnse werkwoord ‘luere’ en in de meervoudsvorm ‘lustra’, of wel ’zuiveren’. Nu zult u zich afvragen wat heeft zuiveren nu met ons jubileum te maken. Welnu, het was in de oorsprong een zogeheten lustrare ofwel ‘zoenoffer’. Een zuiveringsritueel dat de Romeinen hielden na het afnemen van een zogeheten ‘census’ of wel ‘volkstelling’. Het afsluiten van de volkstelling geschiedde met een plechtigheid om de zegen af te smeken voor het kadaster, ja ook toen al, en tegen rampen. Hetgeen geschiedde o.l.v. een censor! Deze censor had als taak het opmaken en bijhouden van de lijsten van burgers en hun keuring voor de militaire dienst. Daarbij een bijbehorende schatting of wel ‘census’ van hun vermogen en hun indeling in vermogensklassen met evenredige politieke rechten. En nu komt het; omdat dit eens in de vijf jaar gebeurde kreeg ‘lustrum’ al gauw als tweede betekenis een periode van vijf jaar. Ziedaar! Zo’n periode van vijf jaar werd plechtig gesloten met een zoenoffer. Een stier, een schaap en een varken werden geofferd aan Mars, de Romeinse god van de oorlog.

Om kort te gaan wij waren het er als bestuur over eens dat wij ook maar iets dergelijks moesten organiseren en i.p.v. het offeren van deze dieren door ze te begraven of te verbranden, want dat zou toch zonde zijn, genieten we straks van een zoenoffer ofwel het diner-buffet. 
Ik wens u een genoeglijke middag en smakelijk eten van ons ‘zoenoffer’, en wens daarbij onze club nog een lang leven.
Ik geef nu graag het woord aan onze federatievoorzitter, de heer Henk Jan Schipperheijn.

Dank u voor uw aandacht.


[1] Afgemeld hebben zich verder: Hub Delnoy, Leo & Stephanie van Breugel, Jan & Benedicte Lautenslager, Loes Sieben, Sjef Hautvast, Peter Rothkrantz, Ton & Monique Goedmakers, Jo Jeukens en Ria Bosschaert.
[2] De attendance daalde, veel leden waren post-actief en fellowship was de belangrijkste activiteit. Daarmee daalde de belangstelling van jongeren om lid te worden van de club. Het werd steeds moeilijker om bestuursleden te vinden. Daarnaast speelde ook de vraag of vrouwen lid mochten worden van de club.
[3] “In oprichting” omdat de club nog niet formeel was toegelaten door de Federatie. Medio december 2012 hadden zich al 17 leden aangemeld. De datum van oprichting van de club voor de Kamer van Koophandel is 24 januari 2013.
[4] Het primaire doel was om een regionale club te formeren uit post-actieven uit de verschillende clubs in de regio, Kerkrade, Hoensbroeck, Land van Rode, Brunssum-Onderbanken, Gulpen, Landgraaf en Heerlen, en van post-actieven die van elders zich deze regio hadden gevestigd.
[5]  Bij de overgang van het voorzitterschap naar Gerard Haack, benoemde Gerard Haack, als ludiek idee, Jasper von Grumbkow tot “ere-voorzitter”, een titel die bij de Past Rotarians niet bestaat.